Deelnemen aan een trainingsprogramma staat niet gelijk aan je wassen of aankleden, maar toch zijn het beide voorbeelden van gedrag; preventief gezondheidsgedrag wel te verstaan.
Je wassen om je lichaam schoon te houden en training (of fitness) om je vitale organen gezond te houden. Toch zijn de meeste mensen consequent met het reinigen van het lichaam, maar inconsequent als het op trainen aankomt.
Zowel fitness, goede voeding, alsook je lichaam schoon maken, zijn voorbeelden van preventief gezondheidsgedrag. Het gaat om gedrag dat ‘nu’ wordt vertoond om de algemene gezondheid op lange termijn te stimuleren.
Preventief gezondheidsgedrag: de belangrijkste risicofactoren
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan waaruit blijkt dat training een positief effect heeft op talloze gezondheidsfactoren. Er wordt geconcludeerd dat training als het ware een medicijn is voor de gezondheid.
Hetzelfde kan worden geconcludeerd over voeding. Hieronder lees je de belangrijkste rol die verschillende factoren spelen ten aanzien van de gezondheid gerelateerd aan voeding en training.
Factoren | Sterfte door hart-en vaatziekten en algehele sterfte |
Voorspellers van sterfte | Belang van factoren (1=meest belangrijk) |
Lage fitheid | 1 |
Roken | 2 |
Bloeddruk>140 | 3 |
Cholesterol>240 | 4 |
BMI<27 | 5 |
Zoals je ziet is een lage fitheid de belangrijkste risicofactor. Anders gezegd; een lage fitheid draagt het meest bij aan vroegtijdig sterven. Nog weer anders gesteld: zorg dat je fit blijft, dan leef je langer.
Fitheid is belangrijker dan factoren als roken of een te hoge bloeddruk. Je kunt dus beter fit en vet zijn, dan niet fit en niet vet.
Factoren als bloeddruk, cholesterol en bloeddruk duidelijk beïnvloed door training en voeding. Om je gezondheid te stimuleren dien je dus een trainings- en voedingsprogramma vol te houden op lange termijn.
Werk daarnaast aan je leefstijlfactoren in het algemeen. Deze factoren kunnen worden samengevat in BRAVO:
Bewegen (zowel bewegen in het algemeen als trainen)
Roken (niet roken dus)
Alcohol (geen of matig alcohol gebruik)
Voeding (gezonde en gevarieerde voeding)
Ontspanning (stress verminderen en voldoende slapen)
Bewust versus onbewust gedrag
Een bekend onderscheid is dat tussen bewust en onbewust gedrag. Bewust gedrag kenmerkt zicht door bewust overwegingen te maken en pas daarna uit te voeren. Bijvoorbeeld als je met jezelf afspreekt om af te vallen.
Je stelt als doel om 10 kilo af te vallen in 12 weken en daarom ga je trainen met een aangepast training- en voedingsschema. Er is ook gedrag dat onbewust tot stand komt, zoals gedrag zonder er vooraf over na te denken.
Zo wordt er tijdens het autorijden bijvoorbeeld veel handelingen automatisch uitgevoerd, zonder dat je je daarvan bewust bent. Dit gebeurt ook tijdens training; je veegt zweet van je voorhoofd zonder er bij na te denken.
Wanneer we praten over gedrag dat onbewust tot stand komt, dan spreken we over gewoontes. Gewoontes zijn gedragingen die onbewust tot stand komen op basis van een impuls uit de omgeving. Je voert ze uit zonder na te denken. Als de zon vol in je ogen schijnt, dan zet je een zonnebril op of draai je je hoofd automatisch weg.
Bij eetgedrag spelen gewoontes een cruciale rol. Deze zijn er vaak ingeslepen vanuit het verleden. Zo drinken veel mensen een glas water in één keer leeg, terwijl het misschien beter is om dit in kleine hoeveelheden te doen. Of de gewoonte die je vanuit huis hebt meegekregen; altijd je bord leeg eten. Het zit er van vroeger uit ingeslepen.
Belangrijk is de vraag: hoe zijn zulke gewoontes te veranderen of te verbeteren? Soms al door onbewust gedrag eerst bewust te maken. Hieronder lees je al de belangrijkste verschillen tussen deze twee verschillende systemen.
Onbewust gedrag
- Kenmerken: snel, zoekt patronen, creëert verhalen en roept emoties op
- Voordelen: reageert snel, eenvoudig uitvoeren van taken en creativiteit
- Nadelen: kans op te snel oordelen, kan leiden tot fouten en onnodige emotionele reacties
Bewust gedrag
- Kenmerken: langzaam, werkt logisch, overwegend en snapt abstracte concepten
- Voordelen: biedt ruimte tot nadenken, overweegt voor- en nadelen en verkleind fouten
- Nadelen: kost meer tijd en vergt meer inspanning
Preventief versus curatief gedrag
Bij gedrag kan je ook de verdeling maken tussen preventief en curatief gedrag. Veel klanten van personal trainers en fitnessketens trainen vanwege gezondheidsmotieven: ze willen fit en gezond blijven (ze zijn echter niet ziek). Ze weten dat training en gezonde, gevarieerde voeding hun fit en gezond houdt. Dit valt onder preventief gezondheidsgedrag.
Daarentegen zijn er ook sporters die wel gezondheidsklachten hebben of ziek zijn. Zo worden mensen met hartklachten vaak geadviseerd om te trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut of personal trainer.
Op deze manier herstellen ze sneller van hun ziekte. In dit geval spreken we dus van curatief trainingsgedrag: het helpt de persoon (of patiënt) weer beter te worden. Dit vereist doorgaans meer kennis en vaardigheid.
Preventief gezondheidsgedrag: groot versus klein
Professionals en fitness trainers leggen vaak het accent op training, bijvoorbeeld een personal trainer die zijn klant begeleidt tijdens een trainingssessie. Dit noemen we ook wel ‘big habit’. Dit is een aanduiding voor een gedraging die veel vergt van de de meeste mensen.
Het gaat daarbij niet alleen om de training, maar ook om de voorbereiding. Het naar de gym gaan, de terugrit of werk. Als iemand kleine kinderen heeft, dan kan het volgen van een personal training flink wat tijd en inspanning kosten.
Dit is anders dan het inplannen van bijvoorbeeld een ‘walking lunch’ of ’s morgens vroeg 15 minuten mediteren. Dit duiden we aan als ‘medium habit’. Gedrag dat redelijk makkelijk is vol te houden en minder aan discipline vergt.
Buiten een big en medium habit, bestaat er ook de ’tiny habit’. Dit betreft zeer kleine veranderingen in het gedrag die amper moeite kosten om vol te houden. Als voorbeeld: auto parkeren, boodschappen doen of wandelen.
Medium en tiny habits maken meer onderdeel uit van ons dagelijks leven dan. In de jaren zestig bestond bijna de helft van de banen uit een normale fysieke activiteit. Tegenwoordig is bij slechts 20% van de banen sprake van gematigde fysieke activiteit. De laatste 50 jaar is de benodigde energie tijdens het werk bij mannen en vrouwen gedaald met 130 kcal. De spieren van kantoormedewerkers zijn gemiddeld voor 67% tot 90% van de werkdag passief.
Met tiny en medium habit wordt getracht dit op een simpele manier te verhogen. Dit neemt niet weg dat mensen ook moeten trainen en dat dit trainen al een flinke boost oplevert voor de algemene gezondheid. Het effect op de gezondheid in het dagelijks leven wordt namelijk vergroot door meer te bewegen.
Misschien vind je dit ook interessant: lichaamsvet verliezen in een paar simpele stappen
Energieverbruik per dagelijkse activiteit
Activiteit | Energieverbruik |
Stil zitten of in bed liggen | 300 kcal/dag |
Zittend werk zonder fysieke activiteit | 700 kcal/dag |
Zittend werk met enige fysieke activiteit | 1.000 kcal/dag |
Staand werk, bijv. verkoper of magazijnmedewerker | 1.400 kcal/dag |
Fysiek veel actief, bijv. in de bouw of erg actief in de vrije tijd, zoals 3-5 keer per week sporten | 2.300 kcal/dag |